-
1 legislator
n. wetgever; iem. van wetgevingsdienst[ ledzjisleetə] -
2 legislatorship
n. Lid van een wetgevend lichaam, wetgever -
3 committee
n. committée, commissie[ kəmittie] 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉1 commissie ⇒ bestuur, comité♦voorbeelden:standing committee • vaste commissieto be/sit on a committee • lid zijn van een commissie
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский